Ioannina

We zijn aangekomen in Ioannina, de hoofdstad van Epirus met 120 duizend inwoners. Na anderhalf uur rijden vanaf Kastraki zien we het Pamvotismeer waaraan Ioannina ligt. Dit is een andere wereld dan we eerder gezien hebben. Hier zien we moskeeën en minaretten, turkse opschriften. De geschiedenis van deze stad wordt door de figuur van Ali Pasja uit Albanië beheerst, de despoot die de laatste 40 jaar van de 18e eeuw Ioannina tot hoofdstad van zijn koninkrijk maakte. Deze invloed zien we overal op straat terug: in de muziek, het eten, de mannen met kralenkettinkjes in de hand, enz. Ioannina heeft ook een universiteit en dat zien we ook terug: het is een bruisende stad met veel studenten.
We staan op een camperplaats direct aan het Pamvotismeer. Van hier varen we in 15 minuten naar het eilandje Nisi. We bezoeken de plek waar Ali Pasja de dood vond. Op het ietwat verwilderde eiland bezoeken we het Ali Pasja museum en zien we enkele vervallen en verlaten kloosters. Als we terug zijn strijken we - tussen de Griekse studenten - neer op een terras aan de boulevard. Bij het afrekenen vraagt de student die ons tafeltje bedient ons nog vriendelijk om tegen Jeroen Dijselbloem te zeggen: "rot op". Na een voor Jessie benodigde rustpauze in ons mobiele huis bezoeken we de oude citadel. De volgende morgen gaan we naar de Ali Pasjamoskee, dat nu dienst doet als volksmuseum. In dit museum zien we voorwerpen die in de oude stad door drie geloofsgroepen werden gebruikt, joden, islamieten en griekse christenen. Het museum is niet groot en dat is juist wel fijn. We zien prachtige zwaarden met ivoren handvaten, turkse meubelen, porselein, kostuums met 19e eeuwse gespen en borduursels, joodse vloer- en wandkleden. Ioannina heeft ons in korte tijd veel interessante nieuwe dingen laten zien. Eind van de morgen vertrekken we weer richting de kust, naar een camping in Igoumenitsa.